Algemene informatie over Muizen
Algemeen
Muizen zijn leuke huisdieren en ze zijn erg leuk om naar te kijken. Het zijn geen rustige beestjes en zijn vooral 's nachts actief!
Let bij aanschaf van de muis er op dat het diertje gezond is. Als de muis stil in een hoekje zit of heel actief aan het rond rennen is, dan is er iets niet goed. De vacht van de muis moet er goed uit zien. Er horen geen kale plekken te zien zijn en de vacht hoort mooi te glanzen. Let op of de muis zich niet veel krabt. Dat kan betekenen dat de muis mijt of schurft heeft.
Muizen zijn groepsdiertjes, dus het is beter om er meerdere tegelijk aan te schaffen. De beste combinaties zijn 2 of meer vrouwtjes, een mannetje en een vrouwtje als je nestjes wil (let wel op, want nestjes zullen blijven komen!) of 2 mannetjes, het liefst uit hetzelfde nest, anders heb je grote kans op vechtpartijen. Nadelen van mannetjes zijn dat ze meer stinken,
net zoals bij de rat.
Huisvesting
Een kooi aanschaffen is natuurlijk het eerste wat je moet doen.
Muizen kunnen in dichte bakken gehouden worden (wordt ook wel duna genoemd), in tralie kooien, in een aquarium of terrarium. Zolang het maar genoeg ruimte heeft! Muizen houden van klimmen, dus een kooi met verdiepingen is het beste. Let bij het kopen van een tralie kooi wel goed op dat de tralie afstand niet groter is dan 7 mm, als het groter is kunnen de muizen er hun kopje doorheen steken en dus ook de rest van hun lijfje en ben je ze kwijt. De minimale maten voor een muizenkooi zijn; voor 1 muis 30x25x20 cm, 2 muizen 50x30x25 cm en voor 3 muizen 60x40x25 cm.
In een kooi moet een voerbakje, een drinkbak of drinkfles aanwezig zijn. Speeltjes daarbij zijn ook erg belangrijk, zoals een loopradje bijvoorbeeld. Muizen zijn knaagdieren, dus als je iets van plastic haalt, houd er dan rekening mee dat die dan niet lang mee gaat. Als bodembedekking kun je veel verschillende dingen gebruiken; zaagsel, aubiose, hooi, beukensnippers, corbo, hemperade, no smell en zelfs kranten kunnen als bodembedekker gebruikt worden. Elke bodembedekker heeft zo zijn voor en nadelen en je kunt het best voor jezelf bepalen wat jij en jouw muizen het prettigst vinden. Een bodembedekker is ter absorptie. Urine moet worden geabsorbeerd.
Voeding
Muizen zijn net als ratten alleseters. Je moet alleen oppassen met sla en
koolsoorten, want die kunnen darmproblemen veroorzaken. Voor muizen zijn ook verschillende soorten snoep in de dierenwinkels verkrijgbaar. Het is niet noodzakelijk ze dit te geven, maar als je ze wel van deze lekkere dingen geeft, let dan wel op dat je het met mate doet. Deze snoepjes zijn namelijk dikmakers en kunnen voor diarree zorgen.
Verzorging
Het verschonen van de kooi moet minstens elke week gebeuren.
Muizen met bepaalde vachtstructuren zullen soms ook wat vachtverzorging nodig hebben. Met een tandenborstel kun je deze muisjes wel borstelen. De nagels van muizen hoeven over het algemeen
niet geknipt te worden. Mochten ze scherp of lang zijn kun je een steen of tegel in de kooi leggen zodat daar de nagels wat meer op afslijten. Maken ze daar geen gebruik van en merk je dat de nagels of de tanden toch te lang worden, kun je die zelf knippen of je laat het de dierenarts knippen.
Voortplanting
Een vrouwtjesmuis is vruchtbaar vanaf ongeveer 2 maanden. Mannetjes zijn geslachtsrijp vanaf 5 weken Het komt heel af en toe voor dat een muisje van 6 of 7 weken oud al zwanger raakt, maar dit is wel
erg vroeg. Dit gebeurd zelden. Een zwangere muis is meestal goed te herkennen aan een dikke buik. Ze heeft aan elke kant van het lichaam een flinke bult zitten. De draagtijd van een muis is 21 tot 23
dagen. Tegen de tijd dat de muis bijna moet bevallen kun je haar wat extra nestmateriaal geven, zoals papiersnippers, stukjes toiletpapier of stro en zaagsel. Ook mag moedermuis onbeperkt eten, want als ze bevalt, vreet dat enorm energie en ook het verzorgen ervan. Dan kan het muisje ook wat extra vitamines krijgen wat in fruit en groente zit. Zorg ervoor dat het niet te sappig is, want dat kan diarree veroorzaken.
De dag van de bevalling kun je de moeder het best even met rust laten. Als de moeder tot rust is gekomen, kun je de volgende dag even het nest controleren. Haal je hand door het nestje en voel of alle jongen leven en of ze gevoed zijn (dit zie je aan de witte, bolle buikjes). Dode jongen of
nageboorte en andere viezigheid moet je gelijk eruit halen. Probeer de gezonde jongen zo weinig mogelijk aan te raken, zodat ze hun eigen geur behouden waar de moeder aan gewend is. Kijk de dagen erna elke dag even of de jongen nog steeds goed gevoed worden en of alles in orde is in het nest. Het komt regelmatig voor dat zwakke jongen de eerste dagen alsnog overlijden. Hou dit dus goed in de gaten! Als de moeder niet erg tam is, lok haar dan even weg met iets lekkers zodat je alsnog het nestje kan controleren. Zieke, zwakke en doodgeboren jongen worden meestal
door de moedermuis opgegeten.
Als je muis bevallen is moet je niet gelijk het hok verschonen. Je kunt hier beter 2 weken mee wachten tot de jonge muizen zelfstandiger zijn. Als je denkt dat de moedermuis binnenkort moet bevallen, verschoon dan het hok. Rond de leeftijd van 2 weken zullen de jonge muisjes rond gaan
lopen in de kooi en gaan de oogjes open.
Op een leeftijd van 4 weken kunnen de muizen weggehaald worden bij hun moeder. Als ze 4 weken zijn, haal de mannetjes en de vrouwtjes dan meteen apart. De muizen groeien door tot ze 12 weken oud zijn.
Geslacht bepalen
Bij vrouwtjesmuizen is de afstand tussen de anus en de geslachtsopening kleiner dan bij het mannetje. Je kunt het ook zien aan de tepeltjes, want die hebben de mannetjes natuurlijk niet.
Muizen worden in gevangenschap tussen de 1,5 en 2 jaar oud.